Corona achtervolgt Lang ook bij Jong Oranje
Bondscoach Erwin van de Looi van Jong Oranje neemt met een zeer talentvolle groep deel aan het EK Onder-21 jaar. Woensdagavond hadden de beloften de eerste stap richting de knock-outfase moeten zetten. Ze kenden echter een teleurstellende start tegen Roemenië. Ook Noa Lang kon niet leveren wat hij van zichzelf verwacht. Het moet beter, vertelde hij na afloop in gesprek met Voetbal International.
Jong Oranje wordt door de kenners gezien als een van de favorieten voor de eindzege. Het elftal van Van de Looi is er zelf ook op gebrand om met de titel naar huis te gaan. De eerste deelname sinds 2013 kende echter niet de gewenste start. Jong Oranje beet zich stuk op de Roemeense leeftijdsgenoten. Ook Lang, van wie in de eerste helft de meeste dreiging uit ging, slaagde er niet in een gaatje te vinden in de Roemeense defensie. Na de pauze was hij een stuk minder aanwezig. ''Ik was op het einde inderdaad een beetje leeg.'' De smaakmaker van Club Brugge ondervindt nog altijd de naweeën van corona. Het virus hield hem in de laatste twee weken van februari aan de kant.
''Ik had zelfs een beetje kramp kwam ook minder in balbezit. Ik denk dat ik in de eerste helft meer ballen heb gekregen en dreigend was. De tweede helft heb ik weinig ballen gekregen'', aldus Lang. Evenals bij zijn club krijgt hij van bondscoach Van de Looi de vrijheid om te zwerven over het veld. Lang wil eigenlijk het liefst elk moment van de wedstrijd de bal, alhoewel hij weet dat de tegenstanders hem nadrukkelijker op de voet volgen dan voorheen. ''Ik heb wel het gevoel dat ik een speler ben die het verschil kan en moet maken voor het team. Beslissend kan zijn. Ik was wel een paar keer dreigend, maar ik had geen assist of een doelpunt. Dat moet beter.''
Zaterdagavond spelen Jong Oranje en Lang hun tweede groepswedstrijd. Dan is Duitsland de tegenstander.