De klok tikt door: haast is geboden voor Club Brugge

Club Brugge opent het nieuwe voetbalseizoen in België volgende week zaterdag met de strijd om de Supercup tegen KRC Genk. Terwijl de Limburgers zich al flink roerden op de transfermarkt, wacht de landskampioen nog altijd op haar eerste zomeraanwinst. Ze wil niets weten van eventuele haast, maar die is wel zeker geboden. De interesse in de sterkhouders is namelijk weer aan het toenemen.

''Sowieso zal de transfermarkt laat opstarten met Euro 2020, de Copa America en het coronavirus dat nog doorweegt'', voorspelde Vincent Mannaert een kleine twee maanden geleden. Daar blijkt echter niets van waar. Club Brugge heeft weliswaar nog niet beet op de mercato, maar dat geldt niet voor de achtervolgers. Zo presenteerden Anderlecht, Antwerp FC, KAA Gent en KRC Genk al de ene na de andere nieuwkomer.

Blauw-Zwart had zich wel al graag willen versterken, daar niet van. Zo was het in de markt voor Yerson Mosquera, die echter vertrok naar Wolverhampton. Ook Michel-Ange Balikwisha stond hoog op het verlanglijstje. Club Brugge bereikte zelfs al een akkoord met Standard over de transfersom. De onderhandelingen op spelersniveau liepen echter spaak. Club viste achter het net en zag Balikwisha de overstap maken naar Antwerp FC. Een hard gelag voor de landskampioen. Zeker omdat Leeds United nu echt door lijkt te willen pakken voor Noa Lang.

De spoeling is dun

Een vertrek van Lang zou heel vervelend kunnen uitpakken voor Club Brugge. Niet alleen omdat hij zo ongelooflijk belangrijk is voor de ploeg van Philippe Clement. Ook omdat er momenteel geen geschikte vervanger voor hem klaarstaat. Ja, Clement probeert David Okereke ook deze voorbereiding om te toveren tot buitenspeler, maar daar heeft hij simpelweg de kwaliteiten niet voor. Zolang Hans Vanaken niet van de partij is, zal de dunne spoeling op de flanken voor problemen blijven zorgen. Charles de Ketelaere moet immers op het middenveld voor voetbal zorgen.

In de zoektocht naar een nieuwe vleugelspeler lijkt Club Brugge nu zijn zinnen te hebben gezet op Oussama Idrissi. De Marokkaan maakte vorig jaar nog voor een slordige twaalf miljoen euro de overstap naar Sevilla, maar kon daar vooralsnog weinig tot geen potten breken. Idrissi heeft in Nederland bewezen wel degelijk goed te kunnen voetballen. Mocht Club daadwerkelijk werk willen maken van Idrissi, zal het niet te lang moeten wachten. Er zullen vast en zeker meerdere clubs zijn die de komst van de technicus wel zien zitten.