Onderlinge historie in Supercup biedt Club vertrouwen

Hoewel Club Brugge de laatste twee ontmoetingen met KRC Genk niet won, kan het met veel vertrouwen toewerken naar de Supercup aanstaande zaterdag. Beide ploegen stonden vooralsnog twee keer eerder tegenover elkaar in de eindstrijd van de Supercup. Beide keren trok Blauw-Zwart aan het langste eind.

De eerste keer dat Club Brugge en KRC Genk elkaar troffen in de eindstrijd van de Supercup was op 8 augustus 1998. Blauw-Zwart was in het seizoen ervoor de beste in de Eerste Klasse, terwijl KRC Genk de Beker van België veroverde. Club Brugge legde dankzij een 2-1 zege beslag op de negende eindzege van de Supercup in de clubhistorie. Tjörven de Brul en Koen Schockaert verzorgden de Brugse productie.

Vier jaar later volgde de tweede ontmoeting in de eindstrijd van de Supercup. Ditmaal waren de rollen omgedraaid. KRC Genk was de landskampioen en speelde dus een thuiswedstrijd, terwijl Club Brugge het seizoen ervoor de beker had gewonnen. Het thuisvoordeel mocht echter niet baten voor de Limburgers. Doelpunten van Ebou Sillah en Olivier De Cock tussen de 76ste en 81ste minuut bezorgden de Blauw-Zwarten de eerste prijs van dat seizoen.

Zaterdagavond nemen Club Brugge en KRC Genk het dus voor de derde keer tegen elkaar op in de finale van de Supercup. De thuisploeg is recordhouder met vijftien stuks. De Limburgers legden vooralsnog twee keer beslag op deze hoofdprijs. Beide ploegen zegevierden in hun laatste eindzege van de Supercup. Club Brugge won in 2018 van Standard, terwijl KRC Genk een jaar later te sterk was voor KV Mechelen.